Een ‘typisch-Karel’-gesprek
Over kerkgebouwen: open, respectvol en een stap vooruit
Afgelopen woensdag had ik de eer om voor de vierde maal gespreksleider te zijn van de Karel van Dijk Lunch. Deze serie bijeenkomsten is gestart naar aanleiding van het overlijden van Karel van Dijk. Hij was als topambtenaar bij de gemeente Eindhoven het grote voorbeeld voor veel mensen als het gaat om verbinden van mensen en kennis in de stad, om kansen zien en altijd weer een stapje verder komen.
Om Karel te eren, en om nog altijd van hem te leren, organiseer ik samen met Ronald Rijnen en Ans van Berkum lunchgesprekken onder de naam ‘Karel van Dijk Lunch’ waarbij mensen uit het gemeentelijk apparaat en mensen ‘uit het veld’ rondom een thema elkaar ontmoeten. Een informele en inhoudelijke opzet, parallel aan bestaande formele structuren.
Kerkgebouwen
In Eindhoven vindt momenteel in versneld tempo een fusieproces plaats van parochies aan de noordzijde van het spoor. Naar verwachting zal per 1 januari hier nog één parochie actief zijn, met zeven kerkgebouwen. De nieuw te vormen parochie en het bisdom zijn nu al actief bezig welke gebouwen in de toekomst behouden blijven voor de eredienst, en welke niet. En wat gebeurt er dan met die overgebleven kerkgebouwen?
In het verleden werd er dan meestal gesproken over sloop en verkoop van de grond. Dat leverde vele heftige reacties op. In die vorm vond het gesprek deze dag niet plaats.
Zoals Karel het graag zou hebben gezien: de toon van dit gesprek was vol passie, maar zonder negatieve emotie. In grote openheid werd door de twaalf aanwezigen gesproken over de ervaringen uit het verleden (met name rondom de Stratumse kerken), over de verschillende invalshoeken om nu het gesprek te starten (onder andere financiën, stedenbouw, maatschappelijke waarde, architectuur) en over de partijen die mogelijk een rol zouden hebben in dit debat.
Woensel
In de naoorlogse decennia, de tijd waarin grote delen van Woensel gebouwd werden, zijn de buurten gebouwd volgens het principe van de parochiale structuur zoals die in en om Eindhoven vroeger gold: in een buurt staat op een centrale plek een kerk. Opvallend is, zo meldde een van de aanwezigen, dat deze koppeling tussen buurt en kerk zo bedacht is vanuit historisch perspectief, maar dat deze directe relatie in de jaren zestig en zeventig eigenlijk nooit gewerkt heeft. In de praktijk blijkt gewoon dat in die periode al de kerkgangers zelf kozen bij welke parochie in de omgeving ze zich thuis voelden, naast natuurlijk de groep buurtbewoners die zich sowieso veel minder dan vroeger in de kerk lieten zien. Ofwel: de stedenbouwkundige principes zijn weliswaar fysiek zichtbaar, maar de mens heeft zich in deze wijken in deze periode daar nooit erg aan gehouden. En zo werd stedenbouwkundige en parochiale kennis in een notedop verbonden.
Debat
Het zal hoe dan ook een debat worden met veel emotie’ zij de vertegenwoordiger van het bisdom. Want aan kerkgebouwen hangt voor de vaste bezoekers altijd een grote emotionele waarde. Maar daarnaast zullen ook partijen in de stad zich mengen, zo werd als vanzelfsprekend gesteld, en moet ook die rol niet onderschat worden, of juist andersom: gekoesterd worden.
Het grote voordeel van een brede discussie over de toekomst van de gebouwen is de grotere creativiteit en betrokkenheid en mogelijk daarmee ook het financieel vermogen om deze gebouwen nieuw leven in te blazen. Natuurlijk passend binnen de ideeën van het bisdom. De katholieke kerk blijft natuurlijk een belangrijke eigen positie innemen in dat debat.
Dus, beste lezers, maak je op voor een debat in Eindhoven over leegkomende kerkgebouwen, en wapen je met kennis, netwerk en goede creatieve ideeën. En ga deze complexe materie te lijf met al deze instrumenten, en met respect voor elkaars waarden. Net zoals tijdens dit gesprek.