Het toverwoord ‘dialoog’
In een uitpuilend auditorium in het NATLAB werden de gasten van het Architectuurcentrum Eindhoven uitgedaagd om over positieve oplossingen voor actuele vraagstukken in de stad te praten.
De avond zelf was een dialoog. Maar het woord dialoog kwam ook uit alle deelsessies als kernoplossing naar voren.
Het was een stadsgesprek in aanloop naar de verkiezingen dat ik samen met Erna van Holland mocht voorzitten. Met de volgende onderwerpen: Welstandsbeleid: mee stoppen of niet? Brainport: hoe kan een burger er invloed op uitoefenen? Leegstand en marktwerking: waar zetten we op in? Publieke ruimte: wie gaat er vooral over?
De werkgroepen kwamen allen met adviezen aan de aanwezige politici. Zo kwam uit de groep ‘Welstand’ een helder standpunt dat de ruimtelijke kwaliteit in de stad zou gebaat zijn bij meer gesprek over de kwaliteit van wat we ontwerpen. Met elkaar als vakgenoten, met burgers, belanghebbenden, politici en met de leden van de welstandscommissie. Gewoon een dialoog.
Hetzelfde gold voor het gebruik en inrichting van de buitenruimte, die in Eindhoven erg op verkeersstromen en weinig op verblijf is ingericht. Ga praten, overleggen, wees transparant over ambities en laat het ontwerp zichtbaar groeien.
En ook over leegstand en Brainport waren er vooral aanbevelingen over verbetering van de transparantie van het gesprek met de stad en met initiatiefnemers.
Je zou bijna denken dat we het snel eens worden, de komende vier jaar in Eindhoven.
Even een zijsprongetje. In de voorbereiding van deze avond heb ik alle verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen doorgenomen op de onderwerpen Ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en groen. Niet echt een klusje om naar uit te kijken, maar het viel alleszins mee. Ik was positief verrast over de kwaliteit van de hoofdstukken van werkelijk alle partijen. Goede overzichten over ambities en kansen. Helder geschreven. Hulde.
Maar opvallend was vooral dat ik geen substantiële verschillen kon vinden. Ja, natuurlijk, het ene partijprogramma is wat beknopter beschreven dan het andere. En ja, de ene partij zet de aandachtspunten in een iets andere volgorde dan de andere. Maar principiële tegenstellingen heb ik niet kunnen vinden.
En, eerlijk gezegd, ik vond dat wel geruststellend. Het gaat om accenten, en vooral: om mensen die het uitwerken en uitvoeren. Niet om grote politieke verschillen van inzicht. Des te meer reden om samen de dialoog aan te gaan en te zoeken naar de oplossing, ook binnen de raadscommissie, stel ik me zo voor, de volgende periode.
Een bomvolle zaal. Goede gesprekken. Eenduidige richting van uitkomsten. Wat wil je nog meer, zou je denken… tja… ik moest er ook even over nadenken. Ik ging toch met een ongemakkelijk gevoel naar huis.
Het probleem van de avond was denk ik het gemak waarmee er over die dialoog gesproken werd. Het is een toverwoord, een simpele oplossing, en als je dat zou doen… maar helaas, zo makkelijk is dat niet. Een goede dialoog is meer dan een kantoortafel en pratende mensen.
Hebben we de tools? De communicatiemiddelen? Kunnen we in heldere beelden en taal op al die verschillende abstractieniveaus met elkaar praten over ruimtelijke vraagstukken?
Ik ben helaas bang van niet. Meepraten over het pleintje aan het eind van de straat vraagt om totaal andere conversatietechnieken dan de ruimtelijke strategische kansen van Brainport. En smaak en sfeer, hoe ga je daar goed mee om?
Ik ben in diverse projecten gevraagd de dialoog aan te gaan. Van heel groot tot bijzonder klein. En elke keer is het een stevige investering die de gemeente of de corporatie doet om dat te faciliteren. Maatwerk, zorgvuldig, open, transparant en nabij. Noodzakelijk, maar zeker niet eenvoudig.
En ja, ik ben blij met de toenemende aandacht voor goede communicatie met alle betrokkenen, vooraan in het proces. Maar om dat echt te laten passen op de ambitie van de gemeente, echt serieus als kernambitie te benoemen, dan is daarvoor de komende jaren veel aandacht, mankracht, geld en een lange adem nodig. Want de afstand die moet worden overbrugd, verdwijnt niet met slechts het noemen van het toverwoord.
En zoals een van de aanwezige burgers de avond afsloot: “Brainport? Daar had ik tot vanavond nog nooit van gehoord.”