Wie ben ik? Wat ben ik?
Een existentiële crisis?
Een bakker bakt brood. Een timmerman timmert. Een stedenbouwkundige bouwt steden. Klinkt logisch. Maar wordt de genetica van een stedenbouwkundige niet eigenlijk door andere processen gevormd?
In het grootste transformatiegebied van Eindhoven, Strijp-S, waar oude Philipsfabrieken een creatieve herbestemming krijgen, ligt Space-S. Een leeg terrein, op een fietscrossbaan na, een kleine hectare bestemd voor wonen. Maar een stuk stad bouwen, dat doe ik daar vooralsnog niet. Want hoe Space-S eruit gaat zien, wordt niet bepaald in kantoren en achter tekentafels. Woningcorporatie Woonbedrijf en Vestide daagden toekomstige bewoners en andere geïnteresseerden uit om mee te denken, en hun woonwensen en ideeën te delen. 750 deelnemers, 5.000 reacties en 120 creatieve voorstellen can’t be wrong. Mijn rol? Het analyseren en ontrafelen van het toekomstig DNA van de plek.
Neem de groep ondernemers, die een wooncluster met flexibele eenheden wil, waar je kunt wonen, vergaderen, ontmoeten, trainingen geven, evenementen organiseren en werken. Letterlijk wonen zonder grenzen. Of de woondroom van een moeder met een jongvolwassen dochter die een beperking heeft: acht tot tien woonunits, verbonden met een gemeenschappelijke ruimte, waardoor een ‘living-apart-together’ constructie ontstaat. En ‘Wonen 3.0’: kleinschalig gemeenschappelijk wonen in een energieneutraal gebouw. Of loopbruggen tussen gebouwen. Of moestuinen. Kabelbanen. Ontmoetingen in het park. Samen tuinieren.
Deze en andere wensen zijn de strengen van het DNA van Space-S. Een stedelijk DNA. Maar óók een groen DNA. En dan niet ‘groen’ als tegenstelling van ‘stedelijk’, geen landelijke dorpse plaatjes, maar grote, verticale tuinen, urban gardening, duurzaamheid en gezondheid. Stedelijk en groen in dezelfde blauwdruk.
Net zoals ‘samen’ en ‘zelf’. Je eigen plek hebben, dat willen toekomstige bewoners. Natuurlijk. Maar óók op slimme manieren voorzieningen en ruimte delen. Collectieve tuinen, gezamenlijke activiteiten. Verschillende doelgroepen door elkaar die iets van elkaar kunnen leren, kunnen helpen. Mooi om te zien dat mensen met een autistische beperking kunnen worden gesteund in dagelijkse zaken van het wonen, en dat als tegenprestatie de gezamenlijke tuin kan worden onderhouden.
Helder, maar toch flexibel, ook dat is het DNA van Space-S . Mensen vragen om een duidelijk kader, bijvoorbeeld in planning en woonkosten. Maar ze willen tegelijk de flexibiliteit om hun eigen woning en wijk vorm te geven en te kunnen veranderen. Zoveel mogelijk eigen inbreng in de woning, en een bouwtypologie die dat ook mogelijk maakt.
Het DNA van Space-S, tot stand gekomen dankzij de mensen die straks het kloppend hart van de buurt gaan worden, is een vertaling van dromen en wensen naar een werkelijkheid. Het gevoel van vrijheid zit Space-S in het bloed. Niet het een of het ander, maar the best of both worlds. Stedelijk en groen, samen en zelf, helder en flexibel: het is een prachtig DNA.
Ben ik met het vaststellen van het DNA een stedenbouwkundige? Of toch een stadsbioloog, een gebouwengeneticus, een betontherapeut of een wensenmedium?
Ach. Als dat DNA maar goed zit. Want met een degelijke set genen kan men de wereld aan.